Armoede is onrecht

Op 8 september 2021 werd een Raadscommissie vergadering gehouden met vertegenwoordigers van in Barneveld rondom armoede opererende partijen. Het is echt mooi dat een dergelijk avond werd georganiseerd op initiatief van de CU. Toch was ik teleurgesteld aan het einde van de avond. 


Vooropgesteld: er gebeurt in Barneveld best het één en ander. Mensen als Wim Moggré (diaconaal netwerk van 15 samenwerkende kerken) en Jan Boute (Voedselbank Barneveld) die als vrijwilligers vanuit maatschappelijke bewogenheid veel tijd en energie geven aan het ondersteunen van mensen levend met armoede en schulden, verdienen wat mij betreft echt een lintje! Wim Broekhuizen (Elan), Marieke Zandsteeg (Sociaal Juridisch Steunpunt), Jelly van Rinsum (Taalhuis Barneveld) en Willeke Scheele (Vallei Dialoog) steken veel meer tijd in hun compassionele aanpak van de problemen van armoede en schulden, dan waarvoor ze worden betaald.


Toch hield ik persoonlijk een forse kater over aan deze avond.


Met name omdat gedurende de hele avond - anderhalf uur - niet één keer werden benoemd


Langdurig leven met armoede is lijden. (zie https://www.willemmassier.nl/dossier-armoede)


Aan het begin van de avond legden de gespreksvoerders (medewerkers van de gemeente) uit hoe de methodiek van oplossingsgericht werken in elkaar zit. Wat mij opviel, was dat de vraag naar het waarom aan de mensen levend in armoede niet werd gesteld. Ik begrijp wel waarom dit gebeurt en deze ambtenaren kunnen ook niet anders. Maar als de overheid niet geïnteresseerd is in het waarom van de dingen, dan gaat zij het belangrijkste gesprek uit de weg. Dan heeft men eigenlijk geen interesse voor de pijn achter het probleem.


Want armoede is niet de schuld van de mens die daarin leeft; het is ONRECHT!


Bijna zestig jaar geleden, in 1963 schreef de eerste vrouwelijke minister van Nederland, Marga Klompé, dat de maatschappij de plicht had om armoede uit te bannen. Klompé was lid van de KVP, een voorloper van het CDA. Zij had het niet over allerlei plichten voor de mensen levend in armoede, maar over plichten van de overheid. Zij voerde de Algemene Bijstandswet in als een recht voor armen om gewoon mee te kunnen doen in de maatschappij


Gedurende haar eerste jaar als lid van de Tweede Kamer, van augustus 1948 tot augustus

1949, hield Klompé een dagboek bij. Op 12 augustus 1948 schreef zij op 35 jarige leeftijd bij de beëdiging in de Tweede Kamer in haar dagboek: "Hoop dat God mij de kracht geeft om mijzelf te blijven en in deze sfeer iets uit te dragen van de Liefde en de Rechtvaardigheid." 


Die beGeesterde en betekenisvolle politieke verantwoordelijkheid gebaseerd op een diepgewortelde maatschappelijke visie deelt zij met mensen als Tjeenk Willink (“Groter denken, kleiner doen”), Renske Leijten (“Volksvertegenwoordiger zijn, is voor mij echt een eer”) en Pieter Omtzigt (“Een nieuw sociaal contract”). Elk vanuit een eigen perspectief maar wel dezelfde - ook al zal men het zelf niet zo verwoorden - spirituele bron. Zo'n manier van denken en werken gaat over inhoud en overstijgt de grenzen van politieke partijen. Politici met een dergelijke missie zijn helaas zeldzaam. Maar wat hunker ik naar dit soort politici. 


Politici met aandacht en respect voor menselijkheid en gerechtigheid. En wat kijk ik uit naar politici die zich vanuit dat respect inzetten om het onrecht dat armoede in Nederland anno 2021 is eindelijk eens keihard aan te pakken.


Bijna 60 jaar na Marga Klompé zijn liefde en rechtvaardigheid in de politiek vrijwel vergeten begrippen. De Bijstand wordt bewust laag gehouden omdat armoede zou prikkelen om aan betaalde arbeid te gaan meedoen. Met de armoedeval als extra wapen ook voor alleenstaande moeders om ten koste van aandacht voor hun kinderen zelfs meer betaald werk op te pakken dan goed voor hen is. Geld is god en betaald werk het middel om tot god te komen. 


Hoe triest!