“Kloof arm-rijk alsmaar groter”

Op de vraag “Wat is nou eigenlijk de lol van alsmaar rijker willen worden?” is – denk ik – maar één antwoord mogelijk. Die lol is er niet. Het is de keuze voor de angst om te verliezen. Een angst die de rijken delen met alle mensen, die nog wat te verliezen hebben. Dus ook met jou en mij. In feite een keuze voor de wereld als een jungle.

Geen lol, maar wat dan?

Nee, het is – denk ik – niet voor de lol dat de allerrijksten steeds rijker willen worden. Ik denk zelfs dat het op den duur een soort heilig moeten wordt. Hoe meer je hebt, hoe meer je hebt te verliezen en hoe meer je zult doen om wat je hebt veilig te stellen. Tsjaa en aanvallen is nog altijd de beste verdediging.

En dus werden juist de rijken extreem rijker in 2017

Oxfam Novib meldt in een rapport over rijkdom en armoede, dat de wereld is in een jaar tijd ruim 9000 miljard dollar rijker geworden. Van die toegenomen rijkdom is 82 procent naar de rijkste 1 procent van de wereld gegaan. Volgens de organisatie voor ontwikkelingshulp heeft de armste helft van de wereldbevolking er juist helemaal niets bij gekregen.

Grotere kloof tussen top en werkvloer

Volgens Oxfam Novib gaat er te veel geld naar aandeelhouders en de top van grote bedrijven en te weinig naar werknemers. “Winstuitkeringen aan aandeelhouders en beloningen van directies nemen excessief toe. Daar staat een steeds verdere uitholling van werknemersrechten tegenover.”

Symptoom van een falend economisch systeem

De toename van de welvaart en de verdeling daarvan is volgens Oxfam Novib geen teken van een bloeiende economie, maar juist een symptoom van een falend economisch systeem. “De mensen die onze kleren en telefoons maken en ons voedsel verbouwen, worden gebruikt om een stabiele toevoer van goedkope producten te garanderen, en de winsten te vergroten van grote bedrijven en miljardairs.”

Wat er allemaal met dat geld gedaan zou kunnen worden

Met het geld van alle miljardairs samen zou zeven keer een einde gemaakt kunnen worden aan de extreme armoede in de wereld, stelt Oxfam. Ik zou eraan toe willen voegen: Als met 1/7 deel eerste de extreme armoede wordt opgelost, kan misschien met nog 1/7 deel de economische, sociale en maatschappelijke ellende worden aangepakt in de landen waar momenteel mensen vluchten richting het Westen. Wellicht zou dat de drang om te (moeten / willen) vluchten wel helemaal doen verdwijnen. En tenslotte zou wellicht nog 1/7 deel kunnen worden aangewend om duurzame energiebronnen de plek van de vervuilende te laten innemen. Dan zouden de miljardairs nog steeds 4/7 deel van hun enorme rijkdom voor zichzelf kunnen houden, maar tegelijkertijd een enorme bijdrage leveren aan een – ook voor henzelf en hun kinderen gunstiger -mooiere wereld op de korte en langere termijn.

Stel je eens voor …

Stel je eens voor, wat dat zou betekenen voor de wereld waarin we met elkaar leven. Geen dorre en oprukkende woestijnen meer. Geen stromen vluchtelingen meer die de wereld instabiel en in vrijwel constante staat van oorlog brengen. Geen angst meer bij de grootgeldbezitters dat ze in een klap van alles wat ze hebben beroofd zouden kunnen worden door een oorlog die in geweld zo zwaar zal zijn, dat we dat nu niet eens kunnen bedenken. Wel een toekomstperspectief voor alle mensen ongeacht hun huidskleur en culturele achtergrond.

Waardoor wordt dat mooie perspectief vooralsnog geen werkelijkheid?

Toen ik vandaag de verschillende artikelen las, waarin het rapport van Oxfam Novib werd aangehaald, waren er constant twee werelden in mij met elkaar in gevecht:

Betrokkenheid en partnerschap of de jungle?

Als ik niet voor de jungle en wel voor die menselijke samenleving wil kiezen, dan betekent het, dat ik die wereld van de jungle in mij moet accepteren en leren managen. Dat ik moet leren omgaan met mijn eigen angsten én … vervolgens in staat zal moeten zijn om ook bij anderen te leren onderscheiden waar de agressie en frustratie vandaan komen. Om daarmee – al is het maar in het klein – een brug te bouwen.

Dat zou een feest zijn! Toch?