Omdat ik er zelf blij van word

Soms denk ik: “Waarom doe ik dit eigenlijk? Waarom wil ik blijven werken aan een wereld, waarin voor onveiligheid en armoede geen plek meer is? Waarom ga ik niet gewoon alleen maar genieten van mijn pensioen? Waarom gaan Karin en ik ook niet gewoon reizen? Waarom passen wij ons leven aan aan dat van onze kinderen? Waarom zet ik mij in voor de leerlingen van de J.H. Donnerschool? Waarom vind ik het belangrijk, dat buren en wijkbewoners elkaar leren kennen en niet zomaar langs elkaar heen leven; ook als zij een ander geloof hebben? Waarom maak ik mij druk over mensen levend in armoede en schulden?”


Meestal komen dit soort gedachten op, als ik weer eens wordt geconfronteerd met hoe onze maatschappij meer en meer verandert van een SAMENleving naar een ik-sta-centraal wereld. Als ik bijvoorbeeld mensen hoor die het goed kunnen betalen, maar toch zwart een klus in hun huis laten doen. Of als ik bijvoorbeeld hoor dat iemand die zich heel veel jaren met hart en ziel heeft ingezet, zonder pardon aan de kant wordt geschoven, omdat hij niet (meer) in het plaatje past. Of als ik lees, dat onderzoek in de stad Den Haag uitwijst, dat het merendeel van de mensen met een bijstandsuitkering door diverse omstandigheden (o.a.door problemen rond geld en gezondheid) de stap naar betaald werk zelfs nooit zullen kunnen zetten, terwijl soms wordt gedacht en gezegd, dat deze mensen gewoon niet zouden willen werken. Of als ik Pieter Omtzigt weer met overduidelijke bewijzen zie komen, dat met aangekondigde maatregelen vooral mensen aan de onderkant van de samenleving worden getroffen en de regeringspartijen die achteloos en zelfs zonder inhoudelijk te reageren terzijde schuiven. Of als ik weer eens wordt geconfronteerd met het overlijden van een jonge man of vrouw door kanker.


Soms vraag ik mij dan dus echt af, waarom ik nog druppels blijf produceren op de gloeiende plaat, die onze kleine en grote wereld is. Dat ‘soms’ kan me uit de slaap houden, met me meegaan tijdens het wandelen, me ook af en toe tot flink sombere gedachten brengen. Want ik besef inmiddels heel goed: de wereld is niet maakbaar. Het lijden ook van mensen om ons heen of van ons zelf hoort er bij. 


Mijn intentie is niet meer of minder dan om aandacht te vragen voor barmhartigheid voor minder bedeelden in ons midden! Of het nu gaat om kinderen en jongeren op de J.H. Donnerschool in De Glind of om mensen (volwassenen, jongeren en kinderen) levend in armoede en schulden in onze mooie gemeente. Via de Vrienden van de J.H. Donnerschool (zie www.vrienden-donnerschool.nl) en door het gesprek over armoede aan te zwengelen (zie www.armoede-barneveld.nl). Ik doe dat als vrijwilliger en op eigen initiatief.


Maar waarom?


Het antwoord is even eenvoudig als simpel: Omdat het werken aan een inclusieve en rechtvaardige wereld mij een goed gevoel geeft! 


Ik word zielsgelukkig van een kleinkind dat bij mij op schoot kruipt om trots haar rapport te laten zien. Een kleinkind dat supertrots zichzelf durft te presenteren op een kruk voor de klas, omdat ze jarig is. Of een kleinkind dat op Karin afrent en intussen verrukt ‘OMA’ roept, terwijl Karin een week geleden ook nog bij hem op paste.

Het vervult mij met enorme blijdschap, wanneer ik leerlingen in De Glind vol trots hoor en zie vertellen over wat ze hebben kunnen doen in het kader van een project mede mogelijk gemaakt door de Vrienden van de J.H. Donnerschool.

Ik voel me bevoorrecht en dankbaar als op een door het Wijkplatform georganiseerd Wijkfeest in Oldenbarneveld honderden mensen afkomen, die ongeacht hun kleur, geloof of wat dan ook samen een geweldige middag hebben.


En ja, ook al weet ik maar al te goed, dat de serie ‘In gesprek over armoede in Barneveld’ niet direct concreet de ellende van armoede voor mensen oplost, het doet me wel wat, als dat gesprek elke keer tot dusver gevolgd wordt door enkele honderden mensen en ik af en toe een mailtje krijg van mensen, die graag heel daadwerkelijk iets zouden willen doen door bijvoorbeeld hun door verhuizing overbodig geworden huisraad gewoon weg te geven in plaats van het te verkopen. Of door een schoolklas die me vraagt om als afsluiting van een project over armoede vraagt om in hun klas te komen vertellen en vragen te beantwoorden, waarna ik dozen vol door hen verzameld voedsel mag meenemen voor een gezin, dat het heel goed kan gebruiken. En als ik dan Henk Top van de Voedselbank aantref, die de verzameling graag namens zo'n gezin in ontvangst neemt.


Er zijn inmiddels twee gesprekken geweest. Zowel Jan Boute van de Voedselbank als wethouder André van de Burgwal noemden als grootste probleem, dat zij de mensen die hun hulp goed kunnen gebruiken moeilijk kunnen vinden en bereiken. Omdat het jarenlang de gedachte lijkt te zijn geweest, dat mensen armoede aan zichzelf te danken hebben, werd het een probleem, dat exclusief op het bordje van die mensen werd gelegd. De ongelooflijk harde en intimiderende taal van de participatiewet uit 2015 spreekt boekdelen. Armoede is echter een maatschappelijk probleem. Dat gaan we in de nu volgende gesprekken heel duidelijk boven tafel krijgen. Helaas kon het gesprek met Willeke Scheele van Vallei Dialoog door een stroomstoring niet doorgaan. We gaan dat zeker inhalen. Want als 62% van alle werkgevers minstens één werknemer in dienst heeft met een loonbeslag, dan betekent dat jaarlijks een extra kostenpost voor deze werkgever van meer dan € 10.000. En als binnen een gezin de stress vanwege armoede en schulden structureel is geworden, gaan ook de kinderen veel minder presteren op school. Daarmee gaat niet alleen veel potentieel voor de samenleving verloren, maar wordt de problematiek ook doorgegeven van ouders op hun kinderen. Met alle gevolgen van dien. Drank- en drugsgebruik, ondermijning, huiselijk geweld, een overspannen jeugdzorg, de schuldenindustrie, het zijn allemaal uitwassen die mede veroorzaakt worden door armoede en schulden. Een immens maatschappelijk probleem voor ons allemaal dus. Toch?


En ja, als ik dus in het rijke Barneveld door armoede en schuldenproblematiek op de agenda geplaatst te krijgen, kan veroorzaken, dat het niet alleen een maatschappelijk probleem voor ons allemaal is, maar dat we SAMEN ook gaan zoeken naar mogelijkheden om er wat aan te doen, ja, dan geeft mij dat enorme voldoening.


Het antwoord is op de vraag waarom ik al die dingen doe, is dus even eenvoudig als simpel: Omdat het werken aan een inclusieve en rechtvaardige wereld mij een goed gevoel geeft!