Prinsjesdag 2019

Prinsjesdag 2019: nog steeds valt het kwartje niet


Het gaat financieel buitenproportioneel goed met Nederland. Terwijl publieke sectoren als het onderwijs, zorg en politie zuchten onder enorme tekorten, wordt daar echter nog steeds niet in geïnvesteerd. 

In eerdere blogs schreef ik hoe we elkaar en onze democratie dreigen kwijt te raken. Ik beschreef de waarschuwingen die watchers en toegewijde professionals als Herman Tjeenk Willink onder de aandacht proberen te brengen. Politie, onderwijs en zorg: mensen komen niet meer aan hun kerntaken toe en haken vervolgens tijdelijk of voorgoed af.

Het Basisonderwijs

Eén op de vier leraren in het Basisonderwijs is ouder dan 55 jaar en het tekort aan leerkrachten in alleen het Basisonderwijs bedraagt momenteel al 1.700. Dit houdt in, dat 1700 x 28= 47.600 kinderen niet het onderwijs krijgen, waar zij volgens de standaard van 28 kinderen in een klas recht op zouden moeten hebben. En iedereen in het onderwijs weet, dat 28 kinderen in een klas eigenlijk 8 te veel is voor kwalitatief goed onderwijs, omdat in elke klas anno 2019 kinderen zitten, die vroeger op het speciaal onderwijs zaten. Daarnaast hebben vooral de grote steden te maken met scholen, waar kinderen in de klas zitten, die veel meer aandacht nodig hebben, omdat bijvoorbeeld Nederlands niet hun moedertaal is. Het tekort is dus eigenlijk nog veel groter.

Financiering van onderwijs

Het probleem is echter niet alleen een tekort aan geld, maar heeft ook alles te maken met de organisatie structuur voor het onderwijs. Als gevolg van de door de politiek vanaf de jaren 80 in de vorige eeuw noodzakelijk geachte marktwerking is maximaal ingezet op schaalgrootte. In 2006 werd de lumpsumfinanciering ingevoerd in het basisonderwijs. Dit bedrag wordt ineens uitgekeerd aan het bovenschoolsbestuur, zodat deze kan bepalen waaraan zij dit budget gaan besteden. Die bovenschoolse besturen hebben vaak een enorme organisatie bovenschools opgezet. Daar gaat heel veel geld naar toe, dat dus niet terecht komt op de scholen. Doel van Lumpsum was “Scholen krijgen hierdoor dus meer autonomie, want ze mogen zelf kiezen voor welke middelen ze het geld inzetten.” Maar het omgekeerde is gebeurd. De scholen hebben juist veel minder autonomie en veel geld blijft bovenschools in de organisatie zelf hangen.

De zorg en de politie

In feite is in de zorg en de politie iets vergelijkbaars gebeurd. Ook hier gaat veel geld naar de managementlaag in plaats van de publieke taken van zorg en politie. Doel was efficiency. Het geld zou niet in de organisatie moeten terechtkomen, maar dat is wel gebeurd en gebeurt nog steeds.

Het kwartje is anno 2019 nog niet gevallen

De overheid blijft ondanks dat men ziet, dat het helemaal fout is gegaan en blijft gaan, vasthouden aan de automatische piloot van het besturen van de publieke sector alsof het om een bedrijf gaat. Herman Tjeenk Willink heeft er in zijn publicaties regelmatig over geschreven, hoe fout dit wel moest gaan en ook daadwerkelijk gaat.

Investeren in de samenleving

Nederland verkeert in historisch ongekende financiële wateren. De rente op de uitgifte van nieuwe overheidsschuld is negatief, dat wil zeggen: aflossen van de overheidsschuld kost geld. Het overschot op het buitenland (in de vorm van export en financiële stromen) is 9% van het Bruto binnenlands product (bbp). Dat is in vergelijking met het buitenland disproportioneel hoog. Zelfs olie-exporterende landen als Saudi-Arabië en Noorwegen hebben niet zulke hoge overschotten. Tegelijkertijd is de staatsschuld als percentage van het bbp ongekend laag (49%) en heeft de begroting een overschot van ruim 11 miljard.

Het is maar om te zeggen: er was niet vaak een gunstiger moment voor onze overheid om te investeren. Toch handhaaft het kabinet een ijzeren discipline: de overschotten op de begroting moeten worden gebruikt om de staatsschuld af te bouwen. Extra geld voor de publieke sector komt er maar nauwelijks, terwijl juist die aan alle kanten kraakt door geldgebrek en na jaren nog steeds wacht op het beloofde zoet na het zuur.

Een klein deel uit een fantastisch artikel dat vandaag dinsdag 17 september 2019 werd gepubliceerd door Follow The Money. Valt er nog meer te zeggen?

Blijven lachen of eindelijk echt de prioriteiten stellen, die voor de burger van belang zijn?

De keuze lijkt logisch, maar helaas denken de politici in Den Haag er nog steeds anders over. En zolang de kiezer in het stemhokje de oren liever laat hangen naar spierballentaal tegenover vluchtelingen zal dat niet veranderen. Het gaat sinds jaren immers niet meer om beleid met visie, maar de kiezersgunst. Want, zo hoor je telkens: “de kiezer heeft altijd gelijk”. En zo wordt langzaam aan de prachtige samenleving uitgehold, waar de meesten van ons nu nog van profiteren.