Samenwerken aan een veilige SAMENleving

In deze vooralsnog laatste en zeer uitgebreide blog geschreven in februari 2021 probeer ik te schetsen, wat mijn missie voor de komende jaren zal zijn.

In eerdere blogs heb ik mijn bezwaren tegen en de gevolgen van het marktdenken uitgebreid beschreven. Het klinkt dan misschien mooi 'gewoon de markt zijn werk laten doen, dan komen de beste ideeën vanzelf bovendrijven en die zijn voor de consument het voordeligst, want op de markt is een gulden een daalder waard'. Maar in de praktijk geldt op de markt het recht van de sterkste. In feite is het één grote jungle. De overheid is geen marktpartij en moet dat ook niet willen zijn. Maar door de markt alle ruimte te geven is er heel veel - misschien wel onherstelbaar - scheefgegroeid en de publieke sector flink uitgekleed, waardoor politie, zorg en onderwijs nu met enorme problemen te kampen hebben. Wie het aandurft om te kijken naar wat ‘de markt’ ons sinds de jaren 80 als bijvangst heeft gebracht, kan daar toch ook onmogelijk blij mee zijn. Een enorme inschattingsfout van meerdere generaties politici. Of het nu gaat om 

De markt is een jungle en heeft ervoor gezorgd, dat geld belangrijker mocht zijn dan menswaardigheid en een rechtvaardige samenleving. Inmiddels ziet zelfs de VVD, de kampioen van het marktdenken dat het roer nu echt om moet. 

De ruimte voor ‘de markt’ is echter lang niet het enige probleem, dat voor een immense schade aan onze SAMENleving heeft gezorgd. Onze gekozen politici zelf lijken te zijn vergeten, dat zij in de eerste plaats volksvertegenwoordigers zouden moeten zijn. Dienaren!

En onder dit alles bevindt zich nog iets, waar helemaal geen aandacht voor is: het onwaarschijnlijke schandaal, dat een mens met diploma’s en geld van meer waarde is dan een mens zonder. Het wordt ons al op jonge leeftijd met de paplepel ingegoten: wie na de basisschool naar het VWO gaat, is beter dan wie naar de HAVO gaat en veel beter dan wie naar het VMBO gaat. Onlangs nog in het journaal: een jongen werd gefeliciteerd door de onderwijzeres van groep 8 met het VWO-advies, waar de leerling bang was dat het 'maar' HAVO zou worden. Ik heb het zelf ook meegemaakt als leerkracht in groep 8: ouders die niet tevreden waren met een ‘lager’ advies. Scholen die alles uit de kast halen om zo ‘hoog’ mogelijk te scoren met hun CITO-toetsen. De jongens en meisjes die naar het VMBO gaan, ‘zijn de losers’. Blijkbaar hebben we in de maatschappij en zelfs het basisonderwijs niet door, wat zo’n stigma met kinderen op 11 of 12-jarige leeftijd doet. 

En dit schandaal van de 'betere' en 'mindere' beperkt zich niet tot dat moment. Mensen met een MBO-opleiding krijgen immers ook een beter salaris (uiting van waardering) dan mensen met ‘alleen’ een VMBO-diploma. Mensen met een HBO-diploma krijgen weer (veel) meer salaris en mensen met een Universitair diploma weer (veel) meer. Dus hoe langer men in Nederland voor een groot deel op kosten van de samenleving heeft mogen studeren (en van het studentenleven kunnen genieten), hoe hoger het salaris na de studietijd. En in de praktijk gaat zelfs op: hoe eerder men weer met werken kan stoppen. Andersom: hoe eerder men een fysieke bijdrage heeft geleverd aan de samenleving door arbeid, hoe minder men als salaris bijgeschreven vindt, hoe langer men moet blijven bijdragen middels soms zware lichamelijke arbeid en hoe lager het pensioen na de arbeid.

Ik vind het daarom ook helemaal niet zo gek, dat vooral de meer kansarme jongeren een probleem hebben met het aan hen opgedrongen stigma. Als je als loser wordt gezien, ga je er ofwel vanzelf ook echt één worden en/of je zo gedragen ofwel berust je niet in ‘je lot’. In dat laatste geval ga je langs een moeilijke weg alsnog ‘opklimmen’ op de sociale ladder of steek je een middelvinger op naar de maatschappij die jou zo behandelt. Die middelvinger kan zich vervolgens bijvoorbeeld - maar net uitsluitend -  uiten in incidenten als het stemmen op volksmenners als Wilders en Baudet of de massale woedeexplosie vlak na de maatregel van de avondklok of zelfs structureel in criminaliteit. Langs criminele weg kan je tenslotte op een alternatieve manier ook status en rijkdom vergaren!

Het klinkt vervolgens wel heel stoer om als minister-president over ’tuig’ te spreken en ’niet mee te willen doen aan sociaal onderzoek’. Dat soort uitspraken doet het goed bij ‘de kiezer’ en de welwillende burgers, die logischerwijs geen begrip kunnen opbrengen voor de jonge mensen die zij niet kennen en ook eigenlijk helemaal niet willen kennen. Immers als de minister-president deze burgers niet echt wil (leren) kennen, waarom zou iemand die helemaal geen verantwoordelijkheid voor hen draagt, dat dan wel willen?

Intussen zitten we als samenleving echter wel met een groeiende groep mensen, die zich niet gekend voelt om één van de hierboven geschetste redenen en waarschijnlijk zijn er nog veel meer. 

Behalve een groeiend gebrek aan solidariteit ten opzichte van de steeds kanslozer wordende medeburger, die zich vervolgens ook als groep gaat verweren, betekent het ook een groeiende kloof tussen steeds meer burgers en de overheid. Dat deze gevolgen de oorzaak zou kúnnen worden voor een zich op termijn te verwachten explosie, is een conclusie, waarvoor je niet gestudeerd hoeft te hebben. 

Maar ....

Vanuit ‘Groter denken, kleiner doen’ denk ik tenslotte ook, dat we wel heel eerlijk zouden moeten durven zijn. Dan betekent dat voor mij, dat ik ondanks al het hierboven genoemde niet denk, dat andere politici het echt totaal anders zouden hebben gedaan. Wat in Nederland is gebeurd, is niet alleen hier zo gegaan. Blijkbaar is dat de tijd waarin we met elkaar leefden. De tijdgeest! 

Er waren geen alternatieve heldere geesten die in staat waren om binnen de democratische mogelijkheden ‘het volk’ een andere, een betere weg te bieden. Anno 2021 moeten we eerlijk durven toegeven, dat onze samenleving volkomen is afgedreven van de samenleving die zowel de oorspronkelijke grote drie (VVD, het CDA, de PvdA) als nieuwere partijen of kleinere uit het verleden voor ogen stond. 

Alle geschreeuw en wijzen naar elkaar ten spijt kunnen we eigenlijk alleen concluderen, dat het roer nu wel echt radicaal om moet. Of dat met de huidige politieke partijen kan, weet ik niet. Zelfs of een democratie de juiste staatsvorm is, weet ik na de hierboven opgesomde en binnen ons democratisch model ontstane problemen niet meer zeker.

Het antwoord dat ik wèl op al het bovenstaande kan verzinnen is, om aan de basis - voor mij is dat op familie-, wijk- en schoolniveau - eerst en vooral samen te werken aan veilige samenleving. ‘Veilig’ wil ik daarbij heel breed definiëren:

Mijn missie de komende jaren is dus samen met anderen werken aan ‘veiligheid’. Want je ‘veilig’ voelen, betekent vooral, weten, dat jij er toe doet, dat je waardevol bent en dat je niet alleen staat in deze wereld.